
Elke zzp-er mogelijk schijnzelfstandig: 'alle inkomens, alle sectoren'
Jun 13, 2022Volgens minister van Gennip is elke zzp-er mogelijk schijnzelfstandig. Het maakt hierbij niet uit waar je werkt en wat je verdient. Er zijn misstanden in 'alle sectoren' en over 'de gehele spreiding van inkomens'. Dit blijkt uit antwoorden op Kamervragen. Het maakt dus niet meer uit wat je verdient en waar je werkt om in aanmerking te komen voor het label 'schijnzelfstandig'.
Waarom is dit belangrijk?
Er is geen wettelijke definitie van schijnzelfstandigheid en om die reden kun je van alles verzamelen onder de noemer 'schijnzelfstandig'. Dit kabinet ziet elke zzp-er als mogelijk schijnzelfstandig, zo bleek vorige week uit antwoorden op Kamervragen. In het verleden had het kabinet een ander beeld bij de schijnzelfstandige, maar dit geldt niet langer. Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) wil schijnzelfstandigheid aanpakken in alle situaties. Dat wil dus zeggen dat alle sectoren, dus ook de zorg, naar verwachting kunnen rekenen op meer handhaving binnen de wet DBA. Deze handhaving wordt opgehangen aan het standpunt dat 'schijnzelfstandigheid moet worden bestreden'.
Minister: schijnzelfstandigheid is veel voorkomende misstand
"Ik zie het als een misstand dat relatief veel werkenden inmiddels als schijnzelfstandige werken. Ze werken .. buiten loondienst, terwijl ze op basis van het arbeidsrecht werkzaam moeten zijn op basis van een arbeidsovereenkomst. De schijnzelfstandigheid is verdeeld over de gehele spreiding van inkomens en doet zich niet alleen voor bij economisch kwetsbaardere groepen of in enkele sectoren." - Minister Karien van Gennip
Deze zin, die terug te lezen in de beantwoording van Kamervragen door kamerlid Eerdmans, laat zien wat het standpunt van dit kabinet wordt. Het blijkt dat elke zzp-er mogelijk schijnzelfstandig is. Want op het moment dat een arbeidsrelatie voldoet aan de kenmerken van een dienstverband, dan is er sprake van schijnzelfstandigheid. Veel werkenden zijn volgens de minister werkzaam als schijnzelfstandige en dit moet aangepakt worden.
Wat is schijnzelfstandigheid?
De definitie van schijnzelfstandigheid varieert. Je kunt op twee manieren schijnzelfstandigheid uitleggen.
- De zzp'er mag niet in een dienstverband bij de opdrachtgever, ook al zou deze dit willen. Hij / zij is voor de schijn zelfstandig;
- De zzp'er wil zelfstandig werken, maar lijkt teveel op een werknemer. Zijn of haar zelfstandigheid is maar schijn.
Lees ook: Definitie schijnzelfstandigheid verschilt en dat is een groot probleem
Schijnzelfstandigheid vóór 2022
In het verleden werd er bij schijnzelfstandigheid voornamelijk over punt 1 gesproken. Werkgevers die het werkgeverschap wilden ontduiken, dwongen werkenden tot een bestaan 'buiten dienstverband'. Vooral bij de lager betaalde banen van de arbeidsmarkt speelde dit onderwerp, met het overbekende voorbeeld van de pakketbezorger. Hier kwam ook onder meer een voorstel voor het 'minimumtarief' van € 16/uur vandaan. "Met een minimumtarief (van € 16, red.) verwachten de betrokken bewindspersonen ook voldoende bescherming te bereiken voor de zzp’ers met een zwakke positie op de arbeidsmarkt." - Rijksoverheid, 2019. Met het minimumtarief en maximumtarief wilde de overheid destijds "... zzp’ers meer duidelijkheid ... geven. Het kabinet wil echte ondernemers meer ruimte geven en tegelijkertijd schijnzelfstandigheid tegengaan."
Het voorstel voor een min/max tarief heeft het uiteindelijk niet gehaald en een alternatief bleef uit.
Schijnzelfstandigheid vanaf 2022
In de antwoorden op de Kamervragen laat de minister zien hoe dit kabinet naar 'schijnzelfstandigheid' kijkt. "Schijnzelfstandigheid is verdeeld over de gehele spreiding van inkomens en doet zich niet alleen voor bij economisch kwetsbaardere groepen of in enkele sectoren.. Indien de feitelijke invulling van de arbeidsrelatie voldoet aan de criteria van een arbeidsovereenkomst (arbeid, loon en gezag) is sprake van schijnzelfstandigheid." Het gaat hierbij dus niet meer over bepaalde sectoren of bepaalde verdiensten, maar over alle sectoren en alle inkomensniveaus. De minister vindt dat de webmodule en toevoegingen aan het Handboek Loonheffingen in 2019 voldoende duidelijkheid bieden over wel / geen dienstverband. Voor de praktijk zijn deze ingrediënten onvoldoende om duidelijkheid te krijgen over de arbeidsrelatie.
Hoe de maatregelen eruit komen te zien lezen we in de hoofdlijnenbrief arbeidsmarktbeleid die voor de zomer wordt gepubliceerd.
Herhaling van onrust in 2016?
Als elke zzp-er mogelijk schijnzelfstandige is volgens dit kabinet, dan zou dit kunnen leiden tot (grote) onrust bij opdrachtgevers. We hebben dit eerder meegemaakt bij het in werking treden van de wet DBA in 2016. Onmiddellijk ontstond er veel onrust onder zzp'ers en opdrachtgevers, omdat onduidelijk was wanneer er nu wel en niet sprake zou zijn van een dienstverband. Door die onrust is de handhaving van de wet DBA uitgesteld tot en met vandaag de dag. De kans is aanzienlijk dat de onrust tussen opdachtgevers en zzp'ers terugkomt als dezelfde onduidelijkheid uit 2016 wordt herhaald. Feitelijk is er namelijk niets veranderd. De onduidelijkheid over de arbeidsrelatie is er nog steeds. De minister zelf maakt zich hier echter geen zorgen over. "Ik ga er daarbij van uit dat opdrachtgevers contracten niet zonder goede reden opschorten, annuleren of verbreken."
Lees ook: Ruim de helft van zzp’ers in de zorg stopt bij gedwongen dienstverband