Brancheorganisaties kleinschalige zorgaanbieders willen meer invloed

Brancheorganisaties van kleinschalige zorgaanbieders willen meer invloed bij besluitvorming over de zorgsector. Dit geldt ook voor de brancheorganisaties voor zzp'ers in de zorg. ZorgthuisNL wordt de trekker van een initiatief dat zes brancheorganisaties moet laten samenwerken.

Kleinere brancheorganisaties willen meer invloed

Brancheorganisaties voor kleinschalige zorgaanbieders zijn ontevreden over de invloed die zij hebben op beleidsplannen van de overheid. Zorgthuisnl pakt nu de handschoen op en wil een nauwe samenwerking met vijf brancheorganisaties om meer invloed te krijgen. Bij het maken van overheidsplannen zoals het Integraal Zorgakkoord (IZA), het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) worden kleinschalige zorgaanbieders niet tot nauwelijks betrokken. Terwijl bijvoorbeeld het Integraal Zorgakkoord vervolgens wel eisen stelt aan de inzet van zzp'ers. Tot op heden zijn brancheorganisaties niet in staat om nauw betrokken te worden bij dit soort ontwikkelingen.

Beleid is gericht tegen kleinschaligheid

Dat de invloed van deze brancheorganisaties beperkt is, is niet vreemd. Het overheidsbeleid is er juist op gericht om kleinschalige zorg te ontmoedigen. Aangevoerd door zorgverzekeraars is er bijvoorbeeld een wetsvoorstel om kleinschalige zorg verder te belemmeren. ZorgthuisNL gaf al eerder een duidelijke reactie op het wetsvoorstel bevorderen zorgcontractering: er zou geen sprake zijn van 'bevordering', maar belemmering. Ook over de afbraak van restitutiepolissen had ZorgthuisNL al eerder een stevige mening. In het geval van ongecontracteerde zorg - waar kleinschalige aanbieders afhankelijk van zijn - is er wat ons betreft al langer een trend dat zorgverzekeraars strooien met nepnieuws.

Inspectie: kleinschalige zorgaanbieders hebben toegevoegde waarde

Dat brancheorganisaties van kleinschalige zorgaanbieders samen op gaan trekken is een wenselijk ontwikkeling. Kleinschalige zorgaanbieders moet het op dit moment vooral hebben van steun uit onverwachte hoek. Zo was er deze week de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) die een lans brak voor kleinschalige zorgaanbieders in de GGZ. Zij vinden een grotere rol voor kleine ggz-aanbieders op zijn plaats. "Kleine en middelgrote ggz-aanbieders kunnen een grotere rol spelen bij het verlichten van de druk op de ggz. Zij zouden vaker betrokken moeten zijn bij regionale overleggen om de toegankelijkheid tot de ggz te vergroten en wachttijden te verlagen." Een bijzonder signaal uit een bijzondere hoek, zeker als je bedenkt dat nu juist de kleinschalige GGZ aanbieders de markt uitgedrukt moeten wordenals het aan de zorgverzekeraars ligt. Het wetsvoorstel is juist specifiek gericht op de wijkverpleging en GGZ.

De positie van solistisch werkenden moet (fors) verbeterd worden

De mogelijkheden van zzp'ers in de zorg die eigen cliënten in zorg hebben, moeten verruimd worden. Deze zogenaamde 'solistisch werkende zorgaanbieders' hebben de mogelijkheden rondom individuele contractering, het PGB en ongecontracteerd werken alleen maar achteruit zien gaan de afgelopen jaren. Dat brancheorganisaties van kleinschalige zorgaanbieders meer invloed willen is een heel logische wens en hard nodig. Ons eigen perspectief op hoe voorbarig het afschaffen van de vrije artsenkeuze is, lees je hier. Kleinschalige zorg past over het algemeen beter bij de client dan grootschaligheid. De zzp'ers in de zorg hebben daar ook een voorname positie in aan te nemen. We blijven het initiatief van ZorgthuisNL volgen.